Route 77 – Week 6

Week 6! Het begint allemaal met een boottocht van Brindisi naar Igoumenitsa. Ik had de slechte recensies wel gelezen over de veermaatschappij, maar dacht dat die mensen allemaal zeikerds waren. Want wat kan er allemaal fout gaan met een boottocht? Lees hieronder waarom ik in één nacht tien jaar ouder ben geworden.
Maar…. dan zijn we in Griekenland! We belanden voor een aantal nachten op een camping in Epirus (Ioannina) en nemen daarna een overnachting in een appartement in West-Griekenland (Mesolongi) ter overbrugging van onze reis naar de Peloponnesus.

Boot van Brindisi naar Igoumenitsa

We boeken tickets voor een nachtferry met buitencabine, gezellig! Twee uur voor vertrek aanwezig zijn. Aye aye, captain!
In de haven worden we door een controlepost tegengehouden. “Online tickets? Nee, daar kunnen we niets mee. Eerst naar de ticketshop en omruilen voor een papieren kaartje.” Hè, wat onhandig. En daarna nog ruim een uur wachten.
We hebben Luca tot nu toe zoveel mogelijk ontzien, maar ontkomen niet aan de strenge regels op de boot: een muilkorf is verplicht en honden mogen alleen in je cabine en op het buitendek. We racen vanaf dek -2 naar dek 7 en komen via aanwijzingen van een steward bij onze cabine. Luca heeft dan inmiddels de muilkorf er met zijn poten afgetrokken. Snel naar binnen.

Vergeet het! De kaartjes voor het slot werken niet. Ik kijk met andere mensen mee. Die staan ook te prutsen. Oké, terug naar de steward. “Eerst kaartje omwisselen bij de receptie, mevrouw. Twee gangen door en twee verdiepingen lager.” Meen je dat nou? Waarom zei je dat niet meteen toen we de kaartjes lieten zien? Een melding in de bevestigingsmail of een informatiebord op de boot had ook al geholpen.
Bij de receptie, geloof het of niet, hebben ze grote vellen liggen met handgeschreven (!) namen en kamernummers waar één persoon de naam opnoemt en één persoon een krulletje zet voor de naam. Wat? Is de printer kapot ofzo? Ik zie voor me hoe iemand alle namen vanaf het computerscherm over heeft zitten schrijven op papier en voel mijn ICT-handen jeuken.

De volgende ochtend. Om 6.20 uur wordt omgeroepen dat het ontbijtbuffet is geopend. Neu, ik draai me nog een keer om. Tijd genoeg, om 8.00 uur arriveren we pas in Igoumenitsa. Om 6.30 uur de herhaling. Kan dat mens niet zachter praten? Jemig. Alsof ze mijn gedachten kan lezen en me een hak wil zetten, volgt dan: “Jullie moeten NU je cabine uit. Sleutel inleveren bij de receptie.” NU? Dat kan toch niet… De stress begint weer. Want hoe krijgen we het in hemelsnaam voor elkaar om urenlang de muilkorf bij Luca om te houden? Vijf minuten is zijn maximum. Ik heb net mijn kleren aan (Eko ligt nog in bed) als er op de deur wordt gebonsd. Agressief is het woord dat daarbij hoort. En nogmaals. En nogmaals. Shit, toch maar openen. Daar staat een steward om ons erop te wijzen dat we eruit moeten. Ja, ja, we zijn bezig. Wat hebben we zo aan onze buitencabine?

We komen op buitendek 8 waar niemand is en doen zijn muilkorf af. “Ik ga de sleutel wegbrengen bij de receptie en zal meteen koffie meenemen,” zeg ik. En ik ga naar het toilet! Het toilet in onze cabine trok namelijk niet door en er stond water tot aan de rand. Nog eenmaal doortrekken had zeker tot een overstroming geleid. Alle wc’s die ik tegenkom op weg naar de receptie zitten op slot (buiten werking). Allemaal! Ik vraag het aan een steward en die wijst naar beneden. Daar kom ik net toch vandaan? .

Ik dool maar rond op de boot en passeer een koffiebar. Oké, die neem ik alvast mee. FOUTJE! De kartonnen bekertjes zijn niet te tillen (kokend heet) en ik moet om de paar meter stoppen. En in mezelf vloeken! (Ken je dat?)
Terwijl ik met verbrande handen de weg kwijtraak en de tijd maar doortikt (en de blaas opzwelt), kom ik maar liefst drie honden tegen zonder muilkorf. En ook nog op het binnendek en in het restaurant. Waarom ben ik altijd het braafste meisje van de klas? Man, man, man. Als ik eindelijk buitendek 8 heb weten te vinden, hebben we nog net tijd om de koffie weg te slurpen als wordt omgeroepen dat we naar de auto moeten. Je voelt hem al aankomen….daar komen we niet (zomaar). Na wat ronddolen (en Luca lekker zonder muilkorf) nemen we de lift naar beneden. Vanaf daar moeten we nog twee trappen naar beneden. Pffff, zijn we er dan?

We krijgen de schrik van ons leven als we zien dat iedereen achteruit de boot af moet, inclusief steile helling. Een medewerker begeleidt de auto’s één voor één naar boven en naar buiten. Dit gaat zo nog uren duren. “Drive! Drive!” roept hij terwijl hij op de motorkap slaat. Weet hij niet hoe smal die helling is? In die chaos, waarbij het voor veel mensen niet duidelijk is tegen wie de medewerker commandeert, klappen er twee auto’s op elkaar. Wil je weten hoe blij ik was toen we van de boot af reden? En hoe blij ik ben dat we via Roemenië terug naar Nederland gaan?

Subsidiewegen!
Wat een verschil met Italië. Het is net zo opvallend als van België naar Nederland rijden. De wegen zijn goed onderhouden en op veel plekken spiksplinternieuw. Je zou het niet verwachten van Griekenland. Zelfs de bergwegen zijn vrijwel overal goed. Misschien heeft Griekenland daaraan het EU-geld besteed. (Weet je nog, die miljarden die werden gelapt om het land niet failliet te laten gaan?) Op zich wel logisch, want voor een goed draaiende economie is infrastructuur noodzakelijk. Dat wisten de Romeinen al. “We zitten weer op een subsidieweg,” wordt al gauw onze standaardzin als we over nieuw wegdek zoeven.

Griekenland – Epirus

De enige camping in de buurt van het Pindos-gebergte ligt in Ioannina. Een verademing om een keer op een camping te komen met warm water, wc-papier, een wasmachine en zelfs een vriezer voor de koelelementen. Klein nadeel is dat het er vochtig is (veel regenval ook), overal ganzenstront ligt en we niets hebben aan de kampeerstekker en verlengsnoeren die we in Italië hebben gekocht. Een adapter kunnen we nergens vinden, dus maar weer een nieuw verlengsnoer kopen.
We maken een wandeling in de buurt als het gaat regenen. Oeps, de ramen van de tent waren niet afgedekt en dus nat van binnen. Ook de slaapzak in de binnentent. Ach, is toch Eko´s helft ;).

Het Pindos-gebergte is echt fantastisch en het blijkt terecht dat deze hoog op mijn bucketlist stond. Wat een natuur! Wat we hier gedaan hebben:

  • Vradeto steps (traplopen tot je erbij neervalt).
  • Oude bruggen (mooi).
  • Vikos kloof (diepste kloof ter wereld).
  • Klifki waterval (de moeite waard).

Vradeto steps
Ik heb een gruwelijke hekel aan traplopen. Dat lukt nooit zonder te hijgen en het went op de een of andere manier nooit. Als jij dat ook hebt, dan moet je een keer traplopen in de natuur proberen. Dat is zóóóó anders. Natuurlijk zwaar. En natuurlijk hijg je. Maar het is fijn in de buitenlucht en met een fantastisch uitzicht is het niet erg om steeds even stil te staan en foto’s te nemen. Die trap ga je bijna vanzelf op!

De kleren moeten steeds uit en aan: regenjas, trui, T-shirt, hemd. Niet vanwege de overgang (daar zou ik op zich al een boek over kunnen schrijven), maar vanwege het weer. Je zou denken dat de trap met ruim 1100 treden door monniken is aangelegd (monnikenklus), maar het is door lokale bewoners gemaakt in 20 jaar tijd. Tot 1974 was dit het enige pad vanuit Vradeto naar omliggende dorpen.

Oude bruggen
Ik wist niet dat Epirus hierom bekend stond: oude boogbruggen (allemaal rond 1850 gemaakt). Al in de Griekse Oudheid waren er op deze plekken bruggen, maar de meeste zijn vervangen in de 19e eeuw. Wat zijn ze mooi! We hebben er zoveel mogelijk bekeken. Bij één van deze bruggen heb ik een boomslangetje gezien.

Vikos kloof
Op weg naar de Vikos kloof! De diepste kloof ter wereld. In de auto staat mijn playlist op. Eko: “Is dit nou die Kees Kimono?” Hahaha, Michael Kiwanuka, bijna goed. Misschien wordt hij al zenuwachtig bij het zien van al die rotsblokken op de weg en compleet ingepakte bergen ;).
We beginnen in Monodendri, waar we eerst genieten van het uitzicht op de kloof en een oud klooster. Onwerkelijk dat we straks daar beneden in die kloof lopen, denken we nog. Onderaan het wandelpad komen we langs een theater, daarna wordt het afdalen steiler en gevaarlijker.

Het is een loodzware tocht waar ik nog drie dagen nek- en schouderpijn aan overhoud. De rugzakken zijn zwaar beladen, maar we willen geen risico lopen op een tekort aan water. Eko is geblesseerd aan zijn kleine teentje en begint al meteen te mekkeren. “Schatje, zie je niet hoe ver het nog is? We zijn na een uur nog niet eens in de kloof.” Hij heeft wel gelijk, maar omkeren is geen optie. Nieuwsgierigheid is een grote motivator, kan ik je zeggen.
We zien een megakikker, die nog groter is dan mijn hand, en verderop in de kloof de kraamkamer. Er zijn diverse poeltjes met kikkervisjes en alle formaten kikkers.
Er zijn er twee die lijken op zeehonden, zo met die kopjes boven het water (zo schattig).

Uiteindelijk kom je altijd beneden, als je maar doorzet. Ik vrees straks de beklimming, maar voorlopig is het genieten. Er zitten veel dieren en als je geluk hebt, zie je aasgieren (wij helaas niet).

We komen urenlang niemand tegen. Tsja, welke idioot doet dit ook? Hahaha, typisch dat we daarna twee Nederlandse stellen tegenkomen. Zou het in onze genen zitten, deze gekte?
Ja, en dan de beklimming. Die komt voor ons laat in de middag, als we eigenlijk al moe en bezweet zijn. We zijn wel zo slim om het beklimmen in etappes op te knippen. Steeds 15 minuten klimmen en dan pauze. Het zijn hééél lange minuten, kan ik je zeggen. Eko houdt het vol door aan een broodje gyros en een koude Mythos te denken. Ik houd het vol met het vooruitzicht van een douche.

Klifki waterval
De auto kun je beter achterlaten op de parkeerplaats en naar beneden lopen vanwege vallend gesteente. Al meteen om de hoek zien we rotsblokken op de weg liggen. Dit gebied en deze wandeling is geschikt voor “beginners”. Het is een niet al te lange wandeling, al is de beklimming wel heel pittig, en de paden zijn prima te doen. Bovendien krijg je hier dezelfde “vibe” als in de Vikos kloof.

Er zijn een paar bezienswaardigheden onderweg (weer een poel met kikkervisjes en kikkers), een oude molen en tenminste één werkende waterval. De andere waterval staat droog, maar je vindt een foto hoe het ooit geweest is :).

Ook hier is weer geen kip te bekennen. Halverwege begint het te druppen. Shit! Volgens de weerapp zou het droog en zonnig blijven, maar dat was Ioannina. In de bergen hangen altijd wolken en deze onweersbui laat weten nooit meer weg te gaan. “Moet ik een trui of jas meenemen?” vroeg Eko nog bij de auto. “Nee joh, het wordt stralend weer.” Nou, dat heb ik te horen gekregen ;). Het gevaarlijke in deze bergen is dat het water al meteen over de rotsen gutst en hele stromingen veroorzaakt. Misschien goed voor die droogstaande waterval, maar wij haasten ons naar de auto. Zeiknat en verkleumd zitten we bij de verwarming op te drogen ;).

Griekenland – Mesolongi

We ruimen de tent op om te vertrekken naar Mesolongi. Het is dan inmiddels al 12.00 uur. Receptiedeur dicht en de campingbeheerder is nergens te bekennen. We wachten een half uurtje (misschien is hij boodschappen doen), vrezen dan dat hij aan siësta doet en zoeken een telefoonnummer. Dat heeft de camping niet. Welke camping heeft nou geen telefoonnummer? Het enige nummer dat we vinden, bij de ANWB, blijkt een nummer dat niet meer bestaat. Dan maar contant geld onder de deur doorschuiven met een briefje erbij? Ik maak voor de zekerheid een foto van deze actie, maar net zoals Italië gaat het in Griekenland ook op basis van vertrouwen en horen we hier niets meer van. Ruim een uur later dan gepland rijden we richting Mesolongi. Wat we (onderweg naar) Mesolongi hebben gedaan:

  • Ancient Orraon (archeologische vindplaats).
  • Lagune van Mesolongi (wel aardig).

Ancient Orraon
Eko zal wel denken, daar heb je die Degreef weer met dat bezichtigen van oude stenen ;). Maar zonde om over te slaan, als je toch in de buurt bent. Het is verlaten, gratis en het staat te koop. Dat zien we vaker, bij archeologische vindplaatsen. Deze staat te koop voor een bedrag van circa 300.000 euro. Het dorpje Orraon (of Horreum) is bijzonder, omdat het tot 167 v.C. stand heeft gehouden tegen de Romeinse invasie.

Lagune van Mesolongi
Een impressie…

Bijrijder van Max Verstappen
We lachen ons rot om Luca als we door de bergen rijden en noemen hem “de bijrijder van Max Verstappen”. Hij gaat achterstevoren in de auto zitten, kijkt door de achterruit en beweegt met zijn barbapapa-lijf mee in de bochten. Soms zet hij zich schrap met een poot tegen de achterbank. Hij heeft wel meer “leermomenten”. Sinds we in het hetere klimaat wandelen, heeft hij een nieuwe tactiek tijdens het wandelen: achter ons aan rennen van schaduw naar schaduw (van boom naar boom). Verder verbaast hij zich over al die vreemde dieren die hij tegenkomt, waarvan schildpadden een bijzondere positie innemen. Hij vindt ze overal, in het struikgewas, en blijft er dan voor staan. Zoals een drugshond stokstijf blijft staan bij drugs, zo blijft Luca bij een schildpad staan.

Aanvallen van loslopende honden
In Griekenland hebben we dezelfde ervaringen als in Italië voor wat betreft honden. Ze lopen allemaal los en vallen onze auto agressief aan. Misschien ken je het van de boerenerven in Nederland. Dat er ineens een hond van een boerenerf naar je fiets rent en in je kuiten wil happen. “Lezen ze soms kentekenplaten?” vroeg Eko toen een hond wel onze auto aanviel, maar niet de Griekse auto die voor ons reed. Misschien ruiken ze Luca? Het is echt beangstigend hoe ze op de auto afrennen en er dwars doorheen willen springen. Eko is steeds bang dat ze onze banden kapot bijten. Wat dan? Dan sta je daar en durf je niet eens naar buiten :).
In Ioannina hebben we meegemaakt dat Luca door een roedel van vijf honden werd aangevallen. Luca zat aan de lijn en Eko kon hem snel wegtrekken van de tanden. Ze zaten dus al bovenop hem! Dat zijn dus echt angstige momenten. Er zijn geen baasjes in de buurt, maar soms hoor je gegil vanuit een appartement dat bedoeld is voor zo’n hond. Zwerfhonden zijn het dus niet. We maken ons al een beetje zorgen over wat we tegen gaan komen in Bulgarije en Roemenië, de landen waar wel veel zwerfhonden zijn.

Maar voorlopig genieten we nog in Hellas!